woensdag 16 september 2015

Nalevingsmeting 2012 en 2014


De Kamerbrief d.d. 8 juli 2015 (kenmerk DGETM-MC / 15064881) inzake ‘Uitkomsten van de evaluatie van de Aanbestedingswet 2012’ (pag. 7-8):


De medewerking van aanbestedende diensten aan de nalevingsmeting was aanzienlijk minder dan verwacht. Dit had te maken met verschillende factoren. Aanbestedende diensten gaven aan geen tijd te hebben voor onderzoek of gaven aan dat de tijd in het jaar waarin gevraagd werd naar gegevens ongunstig was. Daarnaast werd ook door enkele aanbestedende diensten aangegeven dat zij de onderzoeksmethodiek niet ondersteunen en daarom niet wensten mee te werken. Daardoor is zeer beperkt data beschikbaar en is het vrijwel niet mogelijk representatieve uitspraken te doen. Voor zover er resultaten beschikbaar zijn lijken die geen significante verschillen op te leveren tussen de meting van 2012 en die van 2014.

De huidige nalevingsmeting meet of sprake is van een publicatie van aankondiging van gunning. Er wordt niet gekeken naar inhoudelijke naleving van de aanbestedingsregels binnen een aanbestedingsprocedure maar naar naleving op één specifiek punt (de publicatie). Het feitenonderzoek kijkt naar de inhoudelijke toepassing van de wet door aanbestedende diensten, bijvoorbeeld ten aanzien van de proportionaliteit of het gebruik van omzeteisen. In de huidige vorm biedt de nalevingsmeting daarom onvoldoende meerwaarde. Uit de medewerking van ondernemers en aanbestedende diensten aan het feitenonderzoek valt af te leiden dat meer waarde wordt gehecht aan dat onderzoek. De nieuwe aanbestedingsrichtlijnen leggen Nederland de verplichting op eens in de drie jaar aan de Europese Commissie te rapporteren over factoren die tot verkeerde toepassing van de aanbestedingsregels of tot rechtsonzekerheid hebben geleid, over de mate van mkb-deelname aan opdrachten en over preventie, opsporing en adequate melding van onregelmatigheden bij aanbestedingen. Om aan deze verplichting te voldoen zal in de toekomst periodiek onderzoek worden gedaan naar die factoren. Vanwege deze nieuwe onderzoeksverplichtingen en de beperkte toegevoegde waarde van de nalevingsmeting zal dit onderzoek in de huidige vorm in de toekomst niet meer worden uitgevoerd.

Tsja, zo kun je het (ook) ‘motiveren’ (en verkopen…).

De ‘beperkte toegevoegde waarde van de nalevingsmeting’ zit hem m.i. echter (al jaren) in de veronderstelling dat kan worden uitgegaan van ‘aanbestedingsplichtige inkooppakketten’.

Een (eventuele) aanbestedingsplicht houdt echter verband met (de aanwezigheid van) een ‘overheidsopdracht’ (met een bepaalde ‘geraamde’ waarde).

Zie bijvoorbeeld, de aanhef van artikel 7 Richtlijn 2004/18/EG:

Deze richtlijn is van toepassing op overheidsopdrachten die niet op grond van de in de artikelen 10 en 11 bepaalde uitzondering en de artikelen 12 tot en met 18 zijn uitgesloten en waarvan de geraamde waarde exclusief belasting over de toegevoegde waarde (BTW) gelijk is aan of groter dan de volgende drempelbedragen: [-]

Of artikel 4 Richtlijn 2014/24/EU:

Deze richtlijn is van toepassing op opdrachten waarvan de geraamde waarde exclusief belasting over de toegevoegde waarde (btw) gelijk is aan of groter dan de volgende drempelbedragen: [-]

En dus in beginsel niet met een ‘inkooppakket’ (met een bepaalde ‘(in-)geschatte’ waarde). Het gaat dus in beginsel om ‘aanbestedingsplichtige overheidsopdrachten’. En in beginsel niet om ‘aanbestedingsplichtige inkooppakketten’.

Voor de (betreffende) ‘inkooppakketten’, zie:


Bijvoorbeeld Groep 7 ‘Gebouwen en gebouwgerelateerde installaties’, Sector ‘Algemeen’, Nummer ‘709’, Inkooppakket ‘Nieuwbouw en renovatie’.

Wat als een gemeente in enig jaar de navolgende werken heeft gegund zonder (een) Europese aanbestedingsprocedure (s) te hebben gevolgd:

- Realisatie MFA: 4 mio Euro ex BTW;
- Verbouwing gemeentehuis: 2,5 mio Euro ex BTW;
- Realisatie sporthal: 4 mio Euro ex BTW;
- (Bouwheer) Verbouwing basisschool: 0,5 mio Euro ex BTW;
- (Bouwheer) Uitbreiding middelbare school: 1 mio Euro ex BTW;
- Realisatie tractorschuur gemeentewerf: 0,2 mio Euro ex BTW.

Een ‘onrechtmatigheid’ groot 12,2 mio Euro ex BTW in dat jaar (‘achteraf’) in verband met Inkooppakket ‘Nieuwbouw en renovatie’?

Nou nee, in beginsel zijn 6 (te onderscheiden) overheidsopdrachten voor werken onder de Europese drempel goed (‘vooraf’) denkbaar.

En in beginsel kan de overheidsopdracht ‘schoonmaak kantoor X’ (Sector ‘Algemeen’, Nummer ‘715’, Inkooppakket ‘Schoonmaak kantoren en keukens’) een geheel andere opdracht zijn dan ‘schoonmaak kantoor Y’. Bijvoorbeeld in verband met de looptijd en de frequentie en aard en inhoud van de (concrete) werkzaamheden. Waarbij overigens kan worden opgemerkt, dat het aanbestedingsrecht geen ‘homogene diensten’ kent. Wel ‘homogene leveringen’ (zie art. 9 lid 5 sub b Richtlijn 2004/18/EG en art. 2.19 lid 1 Aanbestedingswet 2012).

De ‘inkooppakketten’ kunnen in beginsel nuttig zijn ter bepaling van de - of een - inkoopstrategie. Maar zeggen bij voorbaat nog niks over een aanbestedingsplicht in het individuele concrete geval.

Wat doen ‘de gemeenten’ het (toch) al jarenlang slecht qua ‘naleving’……..

Begrijpelijk, dat enkele aanbestedende diensten aangegeven dat zij de onderzoeksmethodiek niet ondersteunen en daarom niet wensten mee te werken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten