donderdag 21 juli 2016

“Verifiklooien”


Er wordt (nog steeds) het nodige ‘af- en aangeklooid’ in de praktijk. Gelukkig ook (nog steeds) rechters die niet van ‘fratsen’ houden, zoals bijvoorbeeld in Rechtbank Midden-Nederland 20 juli 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:3985:


4.14.      Er zijn geen aanknopingspunten voor de stelling dat [eiseres] zou hebben toegezegd om vóór de definitieve gunning een nieuwe planning aan [gedaagde] te verstrekken. Integendeel, vaststaat dat [eiseres] in het kader van de overleggen die na de voorlopige gunning tussen partijen hebben plaatsgevonden het standpunt heeft ingenomen dat er eerst definitief aan haar moest worden gegund en dat er daarna, met inachtneming van de van toepassing verklaarde UAV regeling, gesproken kon worden over aanpassing van de planning zoals die bij de inschrijving was ingediend.
4.15.      De voorzieningenrechter is van oordeel dat het aannemelijk is dat [eiseres] - zoals zij ook aanvoert - terecht dit standpunt heeft ingenomen en dat [eiseres] derhalve op goede gronden heeft geweigerd om aan het verzoek van [gedaagde] om een nieuwe planning in te dienen te voldoen. Er is dan ook geen sprake van een niet meewerkende opstelling van [eiseres] . Dit wordt als volgt gemotiveerd.
4.15.1.   Als uitgangspunt geldt het volgende. Het is de aanbestedende dienst, in beginsel, niet toegestaan om met het oog op verbetering van het aanbestedingsresultaat nader te onderhandelen met de inschrijvers die op basis van het gunningscriterium voor gunning van de opdracht in aanmerking komt, alvorens de opdracht formeel te gunnen. Er kan een beperkte onderhandelingsruimte zijn, maar de aanbestedende dienst heeft geen onderhandelingsrecht. Dit betekent dat de inschrijver die op basis van de gunningscriteria voor gunning van de opdracht in aanmerking komt, niet verplicht is aan het voeren van onderhandelingen mee te werken.
Weigert deze inschrijver mee te werken dan zal de aanbestedende dienst niet de opdracht alsnog aan een andere inschrijver kunnen gunnen met een beroep op een onbevredigend verloop van de onderhandelingen. Hij zal de opdracht ongewijzigd aan de winnende inschrijver moeten gunnen. Uitgangspunt is dat de opdracht dient te worden gegund op basis van de aanbiedingen zoals deze ter aanbesteding zijn ontvangen.
4.15.2.   [eiseres] is op basis van de door [gedaagde] uitgeschreven aanbestedingsprocedure als winnaar uit de bus gekomen en heeft de economisch meest voordelige inschrijving gedaan, dit ondanks het feit dat zij ten aanzien van de planning een 0 en het plan van aanpak een 1 had gescoord. [gedaagde] heeft de aanbestedingsprocedure zelf zo ingericht dat een inschrijver die slecht scoort op planning en plan van aanpak toch kan winnen. Wanneer de planning voor haar zo van belang was dan had zij dit in de vorm van een harde eis moeten formuleren dan wel in het kader van de gunning een ander, hoger, gewicht aan dit subcriterium moeten verbinden. Zij heeft dit echter niet gedaan.
Op het moment dat [gedaagde] haar gunningsvoornemen introk was de termijn waarbinnen de andere inschrijvers bezwaar konden maken tegen het gunningsvoornemen al verstreken en kon [gedaagde] , in beginsel, de opdracht definitief aan [eiseres] gunnen.
[gedaagde] heeft in het kader van de verificatievergadering [eiseres] verzocht om haar planning, die onderdeel uitmaakt van haar inschrijving, aan te passen. Zij wenste daarmee in feite het aanbestedingsresultaat te verbeteren. [eiseres] is gelet op het hiervoor in 4.15.1. weergegeven uitgangspunt niet verplicht om daaraan mee te werken.
De weigering van [eiseres] om daaraan mee te werken geeft [gedaagde] dan ook geen grond om het gunningsvoornemen in te trekken.
[…]
4.17.      [gedaagde] en [Bedrijf] voeren echter in deze procedure ook nog aan dat de inschrijving van [eiseres] ongeldig is, omdat de inschrijving niet voldoet aan alle eisen die in de gunningsleidraad worden gesteld en dat om die reden de opdracht niet aan [eiseres] kan worden gegund.
4.18.      De voorzieningenrechter volgt [eiseres] in haar standpunt dat deze grond tardief is aangevoerd en niet meer als extra argument (reden) voor haar beslissing van 4 mei 2016 en 12 mei 2016 om het gunningsvoornemen in te trekken kan worden opgevoerd.
Als uitgangspunt geldt dat de brief waarin de beslissing wordt genomen om terug te komen op een gunningsvoornemen volledig moet worden gemotiveerd. Dit betekent dat in die brief alle redenen voor die beslissing moeten zijn vermeld, dit behoudens bijzondere redenen of omstandigheden. Er is niets op tegen dat de in die brief vermelde redenen door de aanbestedende dienst later nader worden toegelicht, maar die mogelijkheid vindt haar begrenzing daar, waar in feite sprake is van het aanvoeren van nieuwe redenen.
Dat de inschrijving van [eiseres] ongeldig zou zijn, omdat deze - kort gezegd - niet voldoet aan alle in de gunningsleidraad gestelde eisen, betreft een nieuwe reden. Deze reden is niet in de brief van 4 mei 2016 gesteld.
[gedaagde] heeft geen bijzondere redenen of omstandigheden gesteld, die rechtvaardigen dat zij deze nieuwe reden nog aan haar beslissing van 4 mei 2016 ten grondslag mag leggen. [Bedrijf] kan zich als aan de zijde van [gedaagde] voegende partij evenmin op de ongeldigheid van de inschrijving van [eiseres] beroepen.

Had - in plaats van ‘voegen’ - ‘tussenkomen’ nog iets uit kunnen maken in kwestie? Nee, zie de rechtsoverweging ten overvloede (4.20) in het vonnis.

R.o. 2.13 vonnis: “[…] mede gelet op de tijd die resteert tot de geplande oplevering van fase 1 op 5 augustus 2016 […]”

Tsja.

(Doe maar) Verifiklooien………………


Geen opmerkingen:

Een reactie posten